Tunesië

 

 

(Algemene informatie: kleinste land van Noord-Afrika, (4,5 x Nederland), ingeklemd tussen Algerië en Libye, bijna 10 miljoen inwoners. Een vruchtbaar en soms bergachtig noorden en het zuiden is grotendeels (Sahara) woestijn. Hoofdstad: Tunis. Taal: Arabisch en Frans. Voormalige Franse kolonie en werd in 1956 onafhankelijk. 98% is Moslim, rest: Christenen en Joden. Gemiddeld inkomen: € 1.900,- per persoon, per jaar). Ooit in een ver verleden (rond de tijd der Romeinen) was dit een land, wat niet bewoond werd door Arabieren en Berbers, maar was het wel een geduchte concurrent van het oude Rome met Cartago als hoofdstad. De resten van deze toen grote en machtige stad zijn nog te bewonderen en liggen niet ver van de huidige hoofdstad Tunis aan de noordkust. Zeker een aanrader als u er toch bent!

 

Wij kozen een aantal jaren geleden eens voor dit land, gewoon omdat er een goedkope aanbieding was, we behoefte hadden er eens een paar dagen tussenuit te trekken en voor mij zo nieuwsgierig als ik ben, was dus erg benieuwd hoezeer dit land nou zou verschillen van andere Noord-Afrikaanse landen. Want juist Tunesië kende ik niet. Zoals gewoonlijk wilden we vrij zijn en boekten alleen een vlucht, zij het nu inclusief een onderkomen, in volgens de brochure een prachtig hotel aan de kust in de oude stad Sousse. Wel, dat hotel was ook prachtig én pal aan de boulevard en zeker niet te duur!

 

 

 

Sousse

 

 

Het land ‘an sich’ is best een bezoek waard. Alleen Tunis de hoofdstad is gewoon lelijk, maar ja, je moet er geweest zijn vind ik maar. Dat stuk strand voor je hotel is net als waar dan ook. Mij gaat het altijd om de mensen die je ontmoet en dergelijke ontmoetingen ‘maken of breken’ een vakantie. In ons geval kon je me drie, vier dagen voor vertrek vragen: “Hoelang nog voor het vliegtuig vertrekt?” en ik kon je ‘op de minuut af’ vertellen hoelang ik nog ‘vastzat’ in vakantieland Tunesië!

 

 

 

Sousse Promenade

 

 

Lees mee en huiver: en bedenk: een gewaarschuwd mens telt voor twee! De goedkope chartervlucht was met Martinair en hier was niets mis mee, totdat we geland waren op het vliegveld nabij Sousse (Monastir). Het was even wachten op het vervoer naar het hotel, geen punt zult u zeggen. Vind ik ook niet, maar meer dan tien bedelaars, c.q. verkopers in nog geen 15 minuten ‘afwimpelen’ dat kost energie, geloof me! Na een eindje rijden werden we bij ons hotel afgezet en kon het inchecken gebeuren. Over de kamer niets dan lof, zeker gezien de lage prijs. Maar het hotel was wel volledig ommuurd en dat was niet voor niets! Zo bleek al spoedig! Mijn dochter was mee met haar toenmalig vriendje en die wisten ons al meteen te vertellen na een kortstondig bezoekje aan het strand, dat de ‘mare’ al was rond gegaan: dat busjes weer ‘fresh meat’ hadden aangeleverd, ofwel nieuwe toeristen. Dus het ‘jachtseizoen’ ging een nieuwe fase in. Dat mijn dochter vergezeld was van een vriendje, dat is toch geen reden om haar niet lastig te vallen wel? en dat vriendje dan?, nou, ook daar wisten ze wel weg mee! Zo ‘kieskeurig’ was men daar niet!

 

 

 

Ribat van Sousse

 

 

Al gauw begreep men waarom bijna iedereen in het hotel aan het zwembad zijn of haar vertier zocht en niet op het mooie, wijde maar openbare strand. Trouwens wie het waagde zijn of haar gezicht buiten de hotelpoorten te steken werd belaagd door een stel ‘vendeurs’ (verkopers), die je allerhande snuisterijen probeerden te verkopen tegen prijzen, die je deed veronderstellen dat toeristen allemaal miljonairs zouden moeten zijn. Maar toch waagden wij ons de volgende dag de ‘souk’ in, de oude binnenstad met nauwe straatjes en honderden winkeltjes. Het getrek aan onze schouders, armen en kleren ‘was niet van de lucht’ en ‘wee je gebeente’ als je iets zag dat de moeite waard kon zijn en je het even beter wilde bekijken, dan werd je haast letterlijk naar binnen ‘ge … l, eh … gekletst.’ Niets was natuurlijk geprijsd en naar gelang de begerige ogen van de toerist in kwestie, werd de vraagprijs bepaald en dat in de hoop dat je mee zou gaan in de onderhandelingen. Deze vorm van kopen/verkopen is overigens zeer tijdrovend en bij die hitte daar ook nog eens te vermoeiend. Mocht je dan toch besluiten van een aankoop af te zien dan zijn hoon, spot en scheldwoorden je deel.

 

Het ‘kaiken, kaiken, nie kopen’ is echt het minste of het kwalijk uitgesproken woord: ‘kgriegkig’ wat voor ‘gierig’ zou moeten staan en nog veel meer fraais. Maar zonder te bogen op kennis van het Arabisch, herken ik wel een aantal woorden en uitdrukkingen. De meeste woorden worden dan veelal met een soort van glimlach uitgesproken, dikwijls hebben ze dan te maken met een verondersteld niet eerbaar beroep van je moeder waarbij jij als ‘bedrijfsongeval’ of het ‘nevenproduct,’ het resultaat geweest zou zijn. Tja, als je dát hoort en verstaat, maakt dat je vakantie er niet prettiger op. Zeker als het meerdere keren per dag gebeurd! Zo gingen we een keer naar een zogenaamde kamelenmarkt, een verzamelnaam voor alles wat met straatverkoop te maken kan hebben, inderdaad van kamelen tot en met tweedehands fietsen en al of niet ‘vliegende’ tapijten toe. Maar de locatie bleek echter een flink eind van het hotel verwijderd te zijn.

 

 

 

Souk in Sousse

 

 

Ik besloot eerst met een taxichauffeur uitgebreid te onderhandelen over de prijs en we kwamen een prijs overeen voor vier personen, heen en terug! Die afspraak stond mijns inziens vast als een huis, zonder taalproblemen, in keurig Frans en tot tweemaal toe bevestigd. Over en weer! Het resultaat bij het afrekenen was dat deze ‘woestijnhaas’ het viervoudige eiste! Ik weet niet meer welke extra’s hij ter plekke verzon, maar onze minister Zalm zou er zeer geïnteresseerd naar hebben geluisterd. Ik had er echter geen ‘boodschap’ aan, want afspraak was afspraak en ik kende de gemiddelde tarieven best wel een beetje en hij kwam er echt niets aan te kort! Mijn afkeer voor taxichauffeurs in dat soort landen is dan wel bijzonder groot, maar ook ik ga ervan uit dat die mensen hun kosten hebben en best wel wat mogen en moeten verdienen. Pas nadat ik hem luid en duidelijk in de taal van zijn eigen ‘profeet’ iets toewenste wat ik nimmer een ander zou toewensen, bond hij in en was hij in ‘mum’ van tijd verdwenen. Maar leuk zijn dit soort dingen geenszins. Zo gingen wij met vieren een keer in een op zich leuk uitziend restaurantje eten. De eigenaar van de zaak, tevens optredend als kelner deed alle mogelijke moeite om tijdens het uitserveren van de gerechten, langs de borsten van mijn dochter te glijden met zijn blote armen. Nadat wij daar een opmerking over gemaakt hadden was zijn beheersing van de Franse taal ineens tot een absoluut minimum geslonken en gaf aan niets te begrijpen wat wij wilden zeggen.

 

Zo werden mijn dochter en haar vriendje een keer achterna gezeten toen zij van een jongetje een sinaasappel aangeboden hadden gekregen. Dit nadat zij een praatje hadden gemaakt over voetbal of iets dergelijks en toen zij naderhand het ronduit absurde bedrag voor die aangeboden sinaasappel niet wilde voldoen, kwamen er vanuit het niets, meerdere van deze ‘semi-sinaasappelverkopertjes’ om door hun aanwezigheid de nodige fysieke kracht te tonen, zodat men alsnog tot betaling zou overgaan. Alleen de dikke muren van het hotel waren voor deze ‘beroepslaaierlichters in opleiding’ een legitieme reden om de aftocht te blazen. Zo namen we eens een groepstaxi naar de zogenaamde heilige stad Kairouan, een der heilige steden van de Islam. Een zeer oude ommuurde stad, die je soms ziet op schilderijtjes en tekeningen uit de sprookjes van 1001 nachten! Omdat ik een beetje kon communiceren met de chauffeur werd mij een plaats aangewezen naast hem. Maar de lange afstand, de hitte en de felle zon deden mij doezelen en ik viel in slaap. Natuurlijk was mijn kleding zomers en niet tot de nek gesloten. Maar geenszins aanstootgevend, ik kijk wel uit in een dergelijke omgeving.  Maar de chauffeur scheen er anders over te denken. Mijn medepassagiers maakten me toen wakker omdat het te gênant werd dat de chauffeur meer belangstelling bleek te hebben voor mijn borsten dan voor de weg. Ik zag al gauw aan de ‘contouren’ van de man zijn broek dat hij een teveel had aan ‘testosteron.’ Maar dat dit dan een excuus zou opleveren, ha, dan heb je het echt bij het verkeerde eind. Want het was duidelijk dat hij door iedereen, behalve mijzelf, betrapt was. Welnee, het moedigde hem aan een gesprek te beginnen wat hij zeker niet was begonnen met zijn vrouw of schoonmoeder erbij!

 

 

 

De Sidi Oqbo Moskee in Kairouan

 

 

Zo gingen we ook eens een dag met de trein, naar het ruim 150 km noordelijk gelegen Tunis, om daar een kijkje te nemen en wat cultureel bezig te zijn. Wijs geworden in de loop der jaren, heb ik altijd een speciaal boekje bij me als ik naar vreemde landen ga. Heel praktisch als je bijvoorbeeld vriendelijk genood wordt om mee te eten en dan soms dingen voor je neus krijgt, waar je maag alleen bij het aanschouwen van sommige zaken spontaan van gaat omdraaien. Dan vraag ik hevig geïnteresseerd wat er in zit. Kijk, in mijn kleine ‘medische’ zakboekje met daarop aan de buitenzijde een esculaapteken, dan weet ik de gastheer of gastvrouw te vertellen dat ik dit om gezondheidsredenen ‘helaas’ absoluut niet mag gebruiken. Dát werkt en niemand is beledigd en mijn goede huisarts heeft er geen notie van hoe hij ‘misbruikt’ wordt!

 

Zo ben ik ook voorbereid op taxichauffeurs die denken de ‘hoofdprijs’ in de wagen te krijgen, als ze weer eens een buitenlands blondje moeten vervoeren, dan heb ik op mijn schoot haast altijd een plattegrond van de stad in kwestie bij me en kijk en volg aandachtig waar hij rijdt. Soms ondertussen mijn medepassagier(s) wijzend op de naam van een voor mij totaal onbekend gebouw, wat we net voorbij rijden en waarvan ik de locatie net gevonden had op de kaart. Zo een taxichauffeur gaat in ieder geval twijfelen en ik doe voorkomen of ik de plaats in kwestie als mijn ‘broekzak’ ken. Of toch in ieder geval van een vorig bezoek herken. Geheid dat dit kilometers omrijden én kosten scheelt! Dit werkte en werkt overal en altijd, behalve toen die ene keer in Tunis. De chauffeur in kwestie had wellicht nog nimmer een kaart van de stad gezien en zeker niet de Franstalige editie en reed bewust een verkeerde richting op. De boosheid en gespeelde verontwaardiging, toen ik hem hierop attendeerde waren ongekend en pas nadat ik hem vroeg ons te brengen naar het hoofdbureau van politie in plaats van het eerder opgegeven adres, ging hij ‘uit een ander vaatje tappen.’ Bij het afrekenen gaf ik hem slechts de helft van wat hij vroeg en adviseerde hem maar eerst even naar de toeristenpolitie te gaan, alvorens ik een verhaal kreeg aan te horen over acht bloedjes van kinderen, die hij wellicht te voeden had en allerlei andere kommer en kwel.

 

 

 

Place de la Victoire – Tunis

 

 

De boodschap was overgekomen, maar nogmaals zoiets maakt je niet blij, en zeker niet op vakantie. De enige die wel verrast was, was Leila het kamermeisje, zij was met haar omgerekend € 7,- voor het schoonhouden van de kamer oprecht blij. Maar alleen maakte ze de fout dit tegen een kelner te zeggen en die liep dan ook als een ‘loops hondje’ de nog resterende twee dagen achter me aan. Het afscheid op de luchthaven was eveneens typerend. Ik vroeg een douanebeambte om een ‘souvenir-stempeltje’ in mijn paspoort, want al jaren spaarde ik fanatiek allerlei stempels en visa en de oude en soms volle paspoorten krijg ik ook altijd, zij het ongeldig gemaakt, terug van de gemeente. Maar de douanebeambte vond zo’n stempel toch wel 10 dinar waard en ik dacht daar duidelijk anders over. In België zouden ze zeggen: “Opnieuw embrasse!” Enfin, we hadden het laatste obstakel gepasseerd en in de lounge, nadat we de douane op het vliegveld achter ons gelaten hadden, was het nog even wachten voor we de ‘gate,’ of wat er voor doorging, uit konden naar het vliegtuig.

 

 

 

Bab el Bhar – Tunis

 

 

Ik had nog een munt over van 1 dinar (= 1000 milliemes) en besloot nog een jus d’orange te nemen. Op het bord boven het buffet stond vermeld: Jus d’Orange 500 milliemes, of wel een halve Dinar. Ik betaalde met de munt van een dinar en kreeg mijn glas vocht maar géén wisselgeld. Ik wachtte nog een poosje en wees de man achter de counter op het feit dat hij mij nog 500 van die ‘kromme’ dingen schuldig was. Zijn antwoord zal u niet meer verbazen: “U vertrekt toch over 5 minuten?” Maar mijn antwoord had ik al snel klaar. Ik haalde diep adem en met een zo luid mogelijke stem schalde ik door de lounge in mijn beste Frans: “Mijnheer, zoals zovelen die ik hier ontmoet heb, u bent een dief en een schande voor uw land.” Dacht u dat dát hielp en ik mijn 500 milliemes terugkreeg? Misschien overal elders wel, maar niet in Tunesië. Ik heb overigens die 500 milliemes wel ‘teruggenomen.’  Ik liet iemand anders voor een gelijke prijs ‘n kopje koffie bestellen en nam dit gelijk weg voor zijn neus (zo was dit dus met die andere klant afgesproken) en zei tegen de dief, annex kelner: “Dát was namelijk al betaald, nietwaar beste vriend!” Tja, Tunesië, ik ga er in ieder geval nooit meer heen.

 

 

Silvia Videler.

 

September 2006

 

Home