Italië

 

 

 

Italië, is voor mij althans een van de allermooiste landen ter wereld. Met een dermate grote schakering aan landschappen, dat je er alleen al wat de natuur betreft niet uitgekeken raakt. Dan hebben we het nog niet eens over de onnoemelijke culturele rijkdom, kunst, architectuur en zeker niet over de overheerlijke Italiaanse keuken. Mijn vader placht vroeger dikwijls te zeggen: ”een pracht land maar er moesten geen Italianen wonen.” Tenminste als je de Italianen vereenzelvigt met de Romeinen van weleer. Eigenlijk had hij geen besef van datgene wat hij wenste en eigenlijk al eeuwen was bewaarheid.

 

 

 

Colosseum – Rome

 

 

Bijna iedereen denkt als hij iets over Italië hoort, onbewust aan het verleden en dus aan de Romeinen. Met Rome als hoofdstad van de toenmalige beschaving. Doch de geschiedenis toont aan en velen zijn dat eigenlijk geheel vergeten of hebben er nimmer aandacht aan geschonken, maar dat de Romeinen van toen al praktisch een hele kleine minderheid waren in eigen land en dit ten tijde van het begin onze jaartelling. Tegen de tijd dat het West-Romeinse rijk ophield te bestaan, waren er hoegenaamd geen echte Romeinen meer over. De vele legionairs die een dienstverband hadden van 25 jaar, kregen als zij het overleefd hadden, een stuk grond toegewezen elders in het rijk. Bijvoorbeeld het huidige Roemenië is deels opgebouwd uit nazaten van die voormalige legionairs die daarheen getrokken zijn. Hun taal, het Roemeens, staat dan ook nog vrij dicht bij het Latijn, de Lingua franca van het Romeinse Rijk.

 

Rome importeerde hele volksstammen slaven uit, met name uit het Midden-Oosten, wat nu zijn: Syrië, Irak, Libanon, Griekenland en Turkije. Deze ‘immigranten’, eerst als slaaf, maar later ook als vrijwillige emigranten probeerden in Rome en Italië een nieuw leven op te bouwen. Het hart van het toenmalige Romeinse Rijk: Rome, was ook de economische spil van de toenmalige wereld en dát heeft zoals bekend een enorme zuigkracht. Na de val van het West-Romeinse Rijk en de grote Volksverhuizing is ook Italië terechtgekomen in de wel heel donkere Middeleeuwen. Je kunt gerust stellen dat er meer geschiedenis en feitenmateriaal voorhanden is van de periode 500 voor Christus tot 500 na Christus, dan van de periode 500 na Christus tot het jaar 1500 van onze jaartelling. Ondanks de soms ‘onfrisse’ geschiedenis van het zogenaamde Pausdom in Rome.

 

 

 

Sint-Pietersplein – Rome

 

 

Feit is dat bijvoorbeeld Rome, als toenmalige hoofdstad van het grote Romeinse Rijk, rond de een miljoen inwoners had op zijn hoogtepunt, maar datzelfde Rome was verworden tot een ‘slaperig stadje’ van nog geen 25.000 inwoners, enkele eeuwen later zo rond het jaar 1400. Ter vergelijk: in 1600 had Rome nog amper 50.000 inwoners, terwijl Parijs al boven de 300.000, Londen rond de 185.000, Venetië rond de 165.000 en het Vlaamse Brugge rond de 200.000 inwoners telde! Italië was dan ook een ‘lappendeken’ tot einde 19e eeuw van diverse staatjes, hertogdommen, koninkrijken en republieken. Om u een idee te geven hoe verdeeld het huidige Italië was bijvoorbeeld pakweg 250 jaar geleden, zal ik u een lijstje geven: Het noordoosten was toen grotendeels ingenomen door de  republiek Venetië (Venezia). Het noordwesten besloeg het Hertogdom Savoye, deels nu Frans en Zwitsers grondgebied en dan nog de streek die wij kennen als de Riviëra heette toen de Republiek Genua (Genova).

 

Dan Milaan (Milano-Lombardo) en omgeving was een aparte staat, net als Parma, Modena en Lucca (bij Pisa). Dan had je het Groothertogdom Toscane én de kerkelijke staat. Zeg maar het middengedeelte van het huidige Italië (van kust tot kust) met Rome als hoofdstad. In het zuiden had men het Koninkrijk Napels (Napoli), het Koninkrijk Sicilië en het Koninkrijk Sardinië (Sardegna). Deze lijst is grotendeels compleet. Enkele hele kleine staatjes zijn gemakshalve en wegens ruimte maar niet vernoemd. Deze ‘lappendeken’ werd eigenlijk pas een staat onder bezielende leiding van Garibaldi op het einde van de 19e eeuw. In diverse composities van de componist Verdi vindt u hier nog verwijzingen naar. Ook in die periode (1870) kwam een eind aan de kerkelijke staat en onder andere Brabantse Zoeaven met name uit Oudenbosch, hebben aan de zijde van de toenmalige Paus Pius de 9e gestreden tegen de verenigde Italiaanse strijdkrachten én verloren.

 

De paus kreeg toen het huidige Vaticaan (1871) waar hij overigens al resideerde en een kleine toelage, nou ja klein, van 750.000 lira per jaar. De paus echter was zo verbitterd dat hij iedereen die tegen de kerkelijke staat had gevochten excommuniceerde en zich terugtrok als min of meer vrijwillig banneling in het Vaticaan. Deze houding van pausen heeft geduurd tot op Pius de 12e toe! en dat was in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw! Eén republiekje heeft zich echter weten te handhaven en wel het bekende San Marino in de Apennijnen en is heden ten dage nog steeds een onafhankelijke republiek, hoe klein dan ook. De laatste uitbreiding van Italië is gebeurd na de Eerste Wereldoorlog en Italië kreeg de Oostenrijkse provincie Zuid-Tirol erbij en nog kan men heden ten dage spreken van een Duitstalig Italië in de prachtige streek van Sterzing (Vipiteno), Meran (Merano), Bozen en Trient. Echter het ‘Kustenland,’ Istrië, nu gedeeltelijk Slovenië en Kroatië heeft men af moeten staan in 1919/1920 aan het toenmalige Zuid-Slavië.

 

 

 

Napels en de Vesuvius

 

 

Het hedendaagse Italië is echter nog een verdeeld land, alhoewel staatkundig een eenheid, is het aloude verschil tussen het rijkere noorden en het armere zuiden nog steeds een bron van grappen maar ook daadwerkelijke tegenstellingen. Er zijn zelfs in beiden delen groepen die een splitsing voorstaan, denk aan de Lega Norte. Maar terugkomend op die emigranten die bij grote massa’s Italië bevolkt hebben en veelal hun oorsprong hadden in het huidige Midden-Oosten en toch niet van Arabische oorsprong waren. Die Arabieren maken dan wel nú de meerderheid uit van het huidige Midden-Oosten, maar niet in dié tijd! Dan kijkt u wellicht al anders tegen de Italianen aan. Zij zijn nazaten van bijvoorbeeld de Feniciërs, Mesopotamiërs, Syriërs, de originele Egyptenaren, Lydiërs, Kappadociërs, Grieken, Pisidiërs enz. enz. Later, pas veel later hebben de Arabieren het Midden-Oosten ‘overgenomen!’

 

Maar nu het hedendaagse Italië. Een land met een heerlijk klimaat, zonovergoten en heerlijke wijnen. De vele wijnsoorten nog soms lekkerder dan die uit Frankrijk, namelijk nog wat sprankelender en soms voller. Over de keuken kan ik heel ‘lyrisch’ worden, de verfijning, de smaakstrelende kruiden, het is soms ‘orgastisch.’ Daarom zal ik er verder maar weinig over zeggen. Boeken zijn er over volgeschreven, maar u moet het zelf maar eens gaan ondervinden. Hetzij aldaar, hetzij in een écht Italiaans restaurant. Maar let op wie er de ‘scepter’ zwaait in de keuken! Vele allochtonen die geen enkele, maar dan ook geen enkele binding hebben met Italië beginnen hier te lande een Italiaans restaurant. Nou, ik kook ook weleens spaghetti, maar da’s toch ‘effe’ anders dan in een echt Ristorante!  Italië is een ‘kindvriendelijk’ land, maar het is niet meer zo dat het stereotype-beeld van de Italiaanse ‘mamma’ met 7 of 8 kinderen rondom haar heen normaal is. Dat was weliswaar vroeger en dan voornamelijk in Zuid-Italië wellicht zo, maar heden ten dage geenszins meer. Italië is een Europees, welvarend, beschaafd en prachtig land. De smetvlek van de maffia, de Cosa Nostra of meer van dergelijke ‘boevenverenigingen’ is echt tanende, zelfs in het zuiden. Met name in: Calabrië en de streek van Napels en niet te vergeten Sicilië waar ze hun wortels hebben. Maar ook deze groepen hebben een begrijpelijke achtergrond en het is echt niet alléén slecht wat ze gedaan hebben. Eigenlijk zijn ze tekeer gegaan zoals regeringen ook deden en doen en dat dan zonder officiële autorisatie.

 

Ik ken het land vrij goed van het uiterste noorden tot aan de punt, alleen op Sardinië heb ik nog nooit een voetstap gezet en als u mij nu vraagt welk gedeelte ik moet mijden als toerist, dan sta ik met mijn ‘mond vol tanden.’ Ik weet het niet! De Ligurische kust en het achterland zijn adembenemend en lieflijk. De Alpen zijn majestueus. Toscane en de Apennijnen zijn echt niet alléén bij schilders geliefd. Rome zelf, je raakt er niet uitgekeken, met welke instelling, achtergrond of interesse je deze stad ook bezoekt. Het zuiden met zijn eigen aparte sfeer en toppers als Napels (Pompeii en de Vesuvius), maar ook het eiland Sicilië met de Etna, de oude Griekse overblijfselen in Syracuse en de sfeer ’s avonds op een klein terrasje in Palermo, de hoofdstad, is perfect. Dan praten we nog niet over de veilige Adriatische kusten met brede ruime stranden en de oude kunststeden die we niet kunnen noemen, want dan worden het twee pagina’s vol met plaatsnamen. Maar Lucca, Genua, Assissi, Florence, Verona, Venetië, Napels en Syracuse moét u gezien hebben.

 

 

 

Palermo – Sicilië

 

 

Dan nog een opmerking over een schaduwzijde van Italië: Diefstal. Wel, ik heb er zelf een jaar gewoond en ben nooit beroofd geworden, integendeel! Toch was ik enkele jaren geleden bij een reis naar Rome het slachtoffer van een ‘misselijke’ roof met heel veel narigheden tot gevolg en dat gebeurde bij een autobaanrestaurant. Een klassieke truc en ik stonk er toch nog in, ondanks best wat ervaring. Maar de dieven of rovers waren echter geen Italianen, maar Noord-Afrikanen. Dat het gebeurd is op Italiaans grondgebied, ach, dat kan hier ook gebeuren. Niet dat er geen misdaad is, oh nee, verre van dat, maar … met 57,4 miljoen inwoners en volgens de officiële cijfers van 2004: 56.574 gedetineerden en als je dit dan met Nederland vergelijkt: 16,1 miljoen inwoners en 16.239 gedetineerden, dan zie je dat beide landen eenzelfde percentage misdadigers telt (0,1%) en dat Italië geenszins onveiliger is dan Nederland.

 

Toch wil ik u niet een sappig verhaaltje onthouden omtrent het fenomeen ‘maffia.’ Ik had een klein kantoortje tot mijn beschikking, meer een hok, maar ik verdiende er goed mijn kostje met toeristen op ‘legale wijze’ van een paar lires te ontdoen, waarvoor ze dan ook werkelijk waar kregen voor hun geld. Maar het geval wilde dat tegenover mijn ‘kantoortje’ een groot pand was gehuisvest waar een ‘Don’ woonachtig was. Een grote jongen in de zogenaamde beschermende misdaad of wat er ook maar van gezegd werd. Het was in ieder geval geen liefhebber van belasting betalen en ook de Caribinieri (Politie) was niet zijn beste vriend. Maar details ken ik verder niet. Af en toe zag ik hem weleens, meestal omgeven met een aantal mannen en ik fantaseerde daar dan al gauw het een en ander bij. Tot een hoofse groet als zogenaamde overburen bleef het beperkt, maar verder had ik geen contact met hem. Tot ik op een morgen vernam dat hij in de voorbij gegane nacht thuis was overleden aan een heuse hartaanval. De man in kwestie was toch in mijn toenmalige woonplaats een gezien figuur, zeker bij het wat armere deel en enkele dagen later tijdens de begrafenis die met veel ‘toeters en bellen’ plaatsvond, paste ik mij aan bij de ‘couleur locale’ en ik sloot mijn kantoortje een paar uren en hing de Italiaanse (tricolore) vlag halfstok uit. Dit had later wel degelijk effect, ik kwam dan weliswaar uit: i Paesi Bassi (Nederland) maar hierna werd ik toch geheel en al beschouwd als een van hen. Ik had respect betoond! en dát telt!

 

Toch zijn de gewoontes en zeden wel wat anders. Zo was ik bijvoorbeeld bevriend met een restauranthouder, een nog vrij jonge vent en we gingen ’s avonds na sluitingstijd de kust (letterlijk) nog weleens onveilig maken met onze Fiat 850, zo’n ‘kontjes-modelletje.’ Tja, de vino smaakte daar eigenlijk nog beter dan hier. Sfeer, klimaat en dergelijke doen ook wel degelijk ter zake en dan werden we weleens aangehouden door de politie. Kan gebeuren nietwaar? Je bent jong en soms weleens een beetje onverantwoordelijk. Toch was het nog allemaal niet zo streng als nu, maar toch! Dan werd het dus nimmer een bekeuring, maar altijd het overhandigen van een visitekaartje van het Ristorante, wat dan weer tot gevolg had dat de politieagenten later met hun eega’s en bambinos gratis kwamen eten en zo bleef je vrienden nietwaar?

 

Deel van mijn werk was onder andere het beheren van een stuk afgeschermd strand. Alleen toegang tegen betaling of voor een bepaalde hotelgroep. Ik had de supervisie over dat gebeuren en met name tijdens de bouwvakvakanties kwam je weleens Nederlanders tegen die van het soort waren: ‘Zon, Zee, Strand, Bier en Vrouwen’ en dát was hun vakantie! Niks geen cultuur, musea, kerken, oude binnensteden, culinaire hoogstandjes, nee integendeel. Ach, u kent ze wel, aan de Costa’s in Spanje vind je ze ook in groten getale bijvoorbeeld bij ‘broodje van Cootje’ en bij elke ‘Heinekenparasol.’ Veelal met tatoeages en hele dikke witte buiken!

 

 

 

 

Punta Della Dogana – Venetië

 

 

Nou wil het toeval dat ik niet al te groot van stuk ben, in die jaren redelijk mager en toen nog donkere haren had en bruine ogen. Niet dat ik er echt als Italiaanse uitzag, maar zeker door de langdurige blootstelling aan de zon, ook niet als een typisch product der ‘Lage Landen.’ Op het toegangshokje/kantoortje bij het strand stond dan ook alles vermeld wat vermeld moest worden in het Italiaans, Duits, Frans en Engels, maar gezien de weinige Nederlandse toeristen en de plaats op het bord, niks dus in het Nederlands. Ergo: niemand vermoedde dat ik wel degelijk van Nederland afkomstig was. Zo waren er eens een paar kerels met hun ‘dames’ uit ‘t Heike (Sint-Willebrord en omstreken). Ik had ze al ‘gespot,’ maar geen woord met hen gesproken, dat liet ik aan mijn Italiaanse ‘beachboy,’ tevens assistent over. Zowaar na enkele uren lauw bier te hebben gedronken werden ze niet alleen een beetje aangeschoten maar ook lastig ten aanzien van andere badgasten. Tesamen met mijn assistent, redelijk gespierd, maar klein van stuk gingen we eens ‘poolshoogte’ nemen na wat klachten aangehoord te hebben van andere strandbezoekers.

 

Ik liet mijn ‘beachboy’ het woord doen die enkele volzinnen Duits kon voortbrengen en die ‘hei-kneuters’ werden nóg brutaler en begonnen te schelden dat het een ‘lieve lust was.’ Ook Italië en de Italianen moesten het ontgelden en we, ja wij, werden ineens ‘gedegradeerd’ tot ‘miezerige spaghettivreters’ en ‘tasjesdieven’ (over vooroordelen gesproken!). Ik vond het ‘welletjes’ worden en in mijn beste Nederlands, dus zonder moeite, gaf ik hen drie minuten de tijd het strand te verlaten en dreigde met een gratis verblijf in het arrestantenhok van mijn goede vrienden, de plaatselijke politie tot het einde van hun vakantie. De verbaasde en verbouwereerde ‘smoelwerken’ waren een kostbaar geschenk voor mijn inspanningen. Vier ‘kasten’ van kerels en vier hooggeblondeerde dames ‘poetsten de plaat’ en dit tot groot genoegen en onder luid gejoel van de andere badgasten en ik … ik had weer 8 stoelen vrij die ik kon verhuren die dag á 5.000 lire per stuk. Toch goed voor een copieus diner met alle drank die je er maar bij wenste (toen althans).

 

 

Arriverderci Italia!

 

Silvia Videler.

 

Oktober 2006

 

Home