Portugal

 

Toen ik ooit eens in Spanje was en de wens kenbaar maakte dat ik eigenlijk ook weleens een vakantie in Portugal zou willen meemaken en dat uit pure nieuwsgierigheid, was het commentaar: “Ah, die lui: … zonder ballen!” In deze degenererende opmerking lag best wel wat venijn verscholen. Wel, kort na die opmerking ben ik in Portugal geweest, meerdere malen zelfs en wellicht lopen er enkele ontmanden rond. Letterlijk gesproken dan. Maar van de Portugezen kan ik nou niet bepaald zeggen dat ze geen moed en of karakter tonen. Integendeel! Het kleinste van de twee landen die samen het Iberische schiereiland uitmaken, daarvan is Portugal kleiner in oppervlakte en heeft veel minder inwoners. Ruim 10 miljoen Portugezen moeten het opnemen tegen ruim 41 miljoen Spanjaarden. Toch stijgen die Portugezen in essentiële zaken dikwijls boven hun buren uit. Persoonlijk heb ik de Portugezen als hartelijker, eerlijker, grootmoediger en ‘warmer’ leren kennen dan de vele macho-Spanjaarden die ik ontmoet heb. De vele goede niet te na gesproken!

 

 

 

 

Oporto

 

 

Portugezen zijn minder wreed, zie bijvoorbeeld het door mij verfoeilijke stierenvechten waarbij de stier in de Portugese arena niet gemarteld wordt en gedood en dit in flagrante tegenstelling tot de bloedige taferelen in het buurland. In Portugal is het een krachtmeting tussen de stierenvechter en de stier. Prachtig toch! Beiden staan enkele weken later weer tegenover elkaar. Niks op tegen! Ook zult u in Portugal veel en veel minder sterk verwaarloosde honden en andere dieren tegenkomen. Spanjaarden gaan ervan uit, hoe primitief, dat dieren geen gevoel hebben en dus ook niet voelen dat zij lijden. Grotendeels achterhaald natuurlijk door de wetenschap. Maar het gewone volk denkt dit nog maar al te graag! Dat dus in tegenstelling tot de Portugezen.

 

De Portugese Fado’s, de melodramatische klanken, het gevoel wat deze liederen kunnen oproepen staan bijvoorbeeld ook in schril contrast met het harde, het felle, het bruuske van de Spaanse Flamenco. Er is haast geen Spaans liedje te bedenken waar het woordje corazón (hart) niet in voorkomt. Het geeft wel een heel erge inflatie van gevoelens aan als je dat ‘te pas en te onpas’ gebruikt in je teksten. Niet dat de Portugezen dit woordje mijden, geenszins, maar meer gedoseerd, gepaster en zij hebben ook gevoel en liefde voor andere dingen dan een mooi, jong en onbereikbaar meisje! Ik ben eens getuige geweest van een veroveringspoging door een zuid-Spaanse schone die een jonge knaap wel zag zitten. De jonge knaap dacht er schijnbaar anders over en reageerde niet zoals gewenst werd en verwacht door de vurige en temperamentvolle dame in kwestie. Toen zij zich dat realiseerde dat ze niet gewenst was werd de jongeman in kwestie gelijk uitgescholden voor een ‘maricon’ (flikker) hetgeen geenszins het geval was. In Portugal daarentegen zou de dame in kwestie geruisloos en vol schaamte en verdriet via het ‘zijgordijn’ haar heenkomen zoeken.

 

Natuurlijk hebben de Portugezen zo ook hun eigenaardigheden. Zeker als je er komt voor zaken. Als ze je ook maar een beetje sympathiek vinden en dat vinden ze je nog al gauw, dan wordt men snel uitgenodigd eens te komen eten. Ga nooit op een dergelijke invitatie zomaar in. Ze staan stom verbaasd als je aan hun deur aanklopt. Pas bij een derde keer kun je het gaan overwegen de uitnodiging serieus te nemen. Sta dan niet verbaasd dat de vrouw van je gesprekspartner, geen ‘woord over de grens’ spreekt. Afgezien hoe hoog hij ook staat op de zakelijke of maatschappelijke ladder.

 

 

 

Lissabon – panorama

 

 

Afspraken zijn overigens afspraken en de Portugezen heb ik als serieus en zeker als eerlijk leren kennen. Alhoewel mijn partner weleens bestolen is van een welgevulde portemonnee, direct na het pinnen in Lissabon. Maar de kans dat het in dit geval zigeuners zijn geweest is wel heel erg groot te noemen. Dit gezien de omstandigheden én de wijk waar we op dat moment waren. Overigens bij het doen van aangifte bij de politie voor de verzekering werden we getrakteerd op een heuse rondrit in een politieauto door half Lissabon. Ik ken de stad een beetje en de agent in kwestie heeft kilometers omgereden en heeft vol trots zijn overigens schitterende stad laten zien. Als plaatsvervangend excuus? Wie weet? Maar het was niet te evenaren. Lissabon is overigens een stad om in weg te dromen. Op de brede boulevards, in de kleine kronkelige straatjes, in de kleine lieftallige eethuisjes of aan de oever van de Taag. In Lissabon is overal feest. Toch doet Lissabon ook wel aan als een bejaarde maar ‘statige dame’ waaraan je nog kunt zien dat het een ‘stuk’ moet zijn geweest in haar jeugd.

 

Lissabon heeft trouwens een vreemde geschiedenis. Het is begonnen met de Feniciërs zo’n 1200 voor Christus die zich vestigden aan de oevers van de Taag en noemden de plaats toen: Allis Ubbo (stille haven). Zo’n 1100 jaar later kwamen de Romeinen een ‘kijkje’ nemen en toen heette het huidige Lissabon: Olisipo. Maar de Romeinen doopten dat om in Felicitas Julia, ter ere van Caesar die toen stadhouder was aldaar. Maar na de Romeinen kwamen de West-Goten en toen werd het: Olissibona. Dat heeft zo geduurd tot de Moren heel Portugal onder de voet liepen en Olissibona ging Ulixbona heten. Pas sinds 1147 (25 oktober) heet Lissabon gewoon Lissabon of wel Lisboa in het Portugees. Een schitterende plaats en met voorsteden samen wonen er wel twee miljoen mensen. Een van die voorsteden is Estoril, direct gelegen aan de oceaan en in menig opzicht te vergelijken met Scheveningen. Alleen warmer, mooier en luxer.

 

 

 

Algarve

 

 

Het noorden van Portugal met als absolute topper de havenstad Oporto heeft een lieflijke en bergachtige omgeving. Groen en vruchtbaar en een kust om verliefd op te worden. Oude stadjes en steden zoals de universiteitsstad Coimbra zijn zeker een omweg meer dan waard. Helaas vond ik het zuiden, dat wil zeggen het stuk tussen Lissabon en het veel bezochte Algarve niet zo spraakmakend. De Algarve op zich echter is weer een groot lang strand met prachtige inhammen en baaien zoals u ze dus in Spanje zelden of nimmer vindt. Alhoewel de Moren (Noord Afrikanen) jarenlang Portugal hebben bezet is van hun invloed op het volk, de religie en dergelijke weinig meer te merken. Alleen nog enkele oude gebouwen zijn overduidelijk in Moorse stijl opgetrokken. Portugal is voor meer dan 90% Katholiek en de rest is Protestants/Evangelisch of anderszins, maar Islamieten zult u er weinig aantreffen. De ‘liefde’ tot het buurland Marokko, slechts een zeestraat verwijderd, is nou niet bepaald innig te noemen. Portugal heeft overigens een groot koloniaal verleden. Denk aan Brazilië, Angola in West-Afrika, Mozambique in Oost-Afrika en nog wat Afrikaanse steunpunten. Ook in Azië hadden zij hun bases: Goa in India, Macau in China, Oost-Timor in de Indonesische archipel waren allen eens Portugees. In Europa is het Portugees dan weliswaar een ‘kleine’ taal maar wereldwijd wordt het toch door enkele honderden miljoenen mensen gesproken!

 

Zo was ik eens in de buurt van Faro aan de zuidkust. Bij toeval ontdekten we een soort lusthof, een tuin, die was als restaurant ingericht. Reuze sfeervol en gezellig. Er werd levende muziek ten gehore gebracht en na het eten bleven we ‘plakken’ onder het genot van een goede fles en genoten met volle teugen van de muziek en de melodieuze zang. De gasten ofwel de toeristen, gingen langzaam maar zeker allen weg op een hele grote tafel na aan de andere zijde. Een tafel met wel twintig man. Dat waren allen Portugezen die duidelijk iets te vieren hadden en die wachtten ook tot de toeristen allemaal wegwaren. Echter wij zaten er nog en genoten van de muziek. Dat moet zichtbaar geweest zijn en dat werd ook gewaardeerd. Het duurde dan niet lang of ook wij zaten aan de grote tafel mee te feesten tot diep in de nacht. We kregen opnieuw te eten alsof we nog niet gedineerd hadden! Het was niet alleen overheerlijk, maar wat betreft de hoeveelheden heel, heel erg slecht voor mijn streefgewicht.

 

 

 

Stadhuis – Faro

 

 

Dan leer je ook de ware aard van de Portugezen kennen. Het zijn echte scharrelaars, maar charmant en zeker niet opdringerig. Feit was wel dat ik de volgende dag een afspraak had voor bij de lokale kapper tegen ‘lokaal tarief!’ Even later met grote korting wat kleren ging kopen, een huurauto kon verkrijgen tegen de helft van de prijs als algemeen gangbaar was en de volgende avond in het restaurant een andere kaart kreeg overhandigd. Neen, de spijzen waren gelijk. Alleen de prijzen waren een stuk sympathieker. Alleen was de kaart slechts in het Portugees te lezen. Kijk, dan word je in slechts een enkele avond één van hen! en je staat versteld hoeveel mensen je ineens hartelijk groeten de andere dag in het dorp. Alsof die nacht er een dorpsomroeper ‘huis aan huis’ was wezen vertellen dat die en die toeristen ‘goedgekeurd’ waren. Kijk, da’s nou Portugal! Een land waar je naar terug verlangt en dan die heerlijke wijnen niet te vergeten! Dié wijnen vindt u hier niet in de schappen van de super of de slijter, dié houden ze zelf! Ja, de Portugezen zijn niet gek! Helaas er is ook een ‘naar’ puntje te vermelden wat betreft de Portugezen. ‘Waar die lui hun rijbewijs vandaan halen is me een compleet raadsel!’ Volgens mij krijg je dat daar dankzij  ‘spaarpunten op de zeeppoeder.’ Het lijken wel kamikazepiloten. Verkeersregels zijn er dus om overtreden te worden, zo vinden ze en dat doen ze ook samen met een heleboel andere regels, maar wel tot een zekere grens! Juist die souplesse, die warsheid van ambtenarij maakt het land mede óók tot wat het is: een zonovergoten vrolijk land met een wel heel beminnelijke bevolking. Je moet alleen uitkijken in het verkeer!

 

 

Silvia Videler.

 

Oktober 2006

 

Home