Syrië

 

 

Na onze belevenissen in het Hasjimitische Koninkrijk Jordanië was onze volgende bestemming Syrië. Ook voor dit land hadden we een volle week uitgetrokken en de reis vanaf ons hotel in Amman naar de grens met Syrië, zou niet meer dan ruim een uur tot maximaal twee uren in beslag nemen. Afhankelijk van de drukte op de weg. Onze eerste standplaats voor enkele dagen zou dan het nog ruim 100 kilometer verderop gelegen Damascus zijn (de hoofdstad van Syrië en ongetwijfeld een der alleroudste steden van de wereld).

 

 

 

Ommajjaden-moskee – Damascus

 

 

We dachten dat we daar aanvankelijk nog een week of zo konden bivakkeren. De werkelijkheid zou ons echter iets heel anders laten meemaken. In het oude Irbid ten noorden van Amman genoten we nog van een sterke kop ‘goeie’ Arabische koffie en welgemoed reden we richting de Syrische grens. Bij de Jordaanse kant ging alles snel en zelfs bijzonder vriendelijk. Het leek wel of we met speciale egards behandeld werden, zeker in vergelijk met anderen die deze enige grenspost tussen Jordanië en Syrië op dat moment wilden passeren. Na enkele honderden meters door het ‘niemandsland’ gereden te hebben doemden de vervallen betonnen gebouwen op, die de Syrische kant van de grens markeerden. Onze paspoorten waren uiteraard al voorzien van de in Brussel, bij de Syrische ambassade, verkregen visa. Het enige wat ons restte was wederom een nieuwe verzekering afsluiten voor de periode die we in Syrië dachten door te brengen. Jaren daarvoor was ik al eens in Syrië geweest en dat was me echter niet zo goed bevallen. We werden toen wel vier maal per dag gecontroleerd en dat is na een paar keer echt geen ‘pretje’ meer. Toch was ik ervan overtuigd dat ik met mijn huidige paspoort geen enkele belemmering zou hoeven te vrezen. Ook de afgifte van de visa in Brussel was zeker voor Arabische begrippen vlot en effectief verlopen. Toch bekroop me al een vreemd gevoel, toen ik merkte dat ik uitgenodigd werd in een ‘groezelig’ kantoortje te moeten plaats nemen, om wat formulieren in te vullen. Zeker toen mijn medereizigers tijdelijk van mij gescheiden werden en deze werden eveneens, zij het quasi vriendelijk en nonchalant, ondervraagd. Ondertussen was de wachttijd al opgelopen tot ruim een uur en aan mijn verplichtingen ten aanzien van een verzekering voor de auto had ik inmiddels al voldaan. Ons werd medegedeeld nog even te moeten wachten, daar ze toestemming moesten vragen aan een ministerie in verband met het feit dat het een huurauto betrof waar wij mee reden. Dát vond ik een vreemde zaak. Alles was van tevoren opgegeven en zelfs bij de verzekering duidelijk een en ander ingevuld en geaccepteerd. Ja, ook de ‘buitenissige en exorbitant hoge premie’ was al in Syrische handen overgegaan, dát wel!

 

Van een uur wachten werd het langzaam twee uren en de zon scheen ondertussen onbarmhartig. Veel accommodatie bood het grensgebied niet, zij het dat ik een kopje koffie kon versieren tegen ‘goed’ geld. Geregeld kwam een andere ambtenaar ons weer vragen stellen en ik werd er behoorlijk ‘pissig’ en ook wel een beetje nerveus van. Dat laatste heb ik altijd erg goed kunnen verbergen dus daaraan konden zij niets merken. Ik begreep echt niet wat er nu eigenlijk werkelijk aan de hand was en ondertussen wees de klok langzaam maar zeker naar vijf uur in de middag. Bijna een volle dag verloren aan een van de meest mistroostige grensposten die een mens zich maar kan voorstellen. Plots verschenen er een stel geüniformeerde lieden die mij kwamen meedelen dat wij een bijzondere begeleider meekregen, die ons linea recta naar de Syrisch-Turkse grens zou rijden en … dat wij daar, aan de andere kant van het land, zouden worden uitgezet! Mijn eerdere ervaringen in Arabische landen deden me besluiten niet al te dramatisch te reageren en slechts met een niet begrijpende en verbaasde verontwaardiging alles maar te accepteren. Als je dit soort lieden tegenwerkt, dan kunnen ze bijzonder lastig worden en ze ‘bergen’ je dan ook zonder pardon enkele dagen, of wie weet nog langer, op. Een voorstelling van deze ‘min-vijf-sterren-onderkomens’ voor ongewenste gasten kon ik me daar wel wat bij voorstellen. Dus een zekere vorm van lijdzaamheid was geboden. We kregen een geüniformeerde ‘knakker’ mee die na enkele kilometers al voorstelde om zelf te mogen sturen. Ik wist maar al te goed dat het een blamage is voor een Arabier als een vrouw de auto bestuurt en hij als ‘heer der schepping’ ernaast moet zitten. De schande is schier ondragelijk! Daar kwam bij dat ik ook al goed over de ‘rooie’ was en redelijk moe was geworden door het wachten aan de grens en de spanning die toch heus wel een woordje meesprak. Dus het kwam mij eigenlijk wel uit. De conversatie met de man verliep uiterst moeizaam, zelfs in het Frans lukte het niet.

 

 

 

Aleppo Citadel

 

 

Syrië, wat vanaf 1923 een Frans protectoraat is geweest tot de onafhankelijkheid in 1946, voert nog steeds Frans als 2e officiële taal. Een paar woorden kende de ‘begeleider’ wel, zij het allemaal heel summier. Mijn Arabisch was nog minder dan zijn Frans. Dus van een ‘sprankelende’ conversatie was geen enkele sprake! Al gauw naderden we Damascus en al rijdende door deze zeer interessante oude stad bemerkte ik dat hij, de begeleider, zeer goed de conversatie begreep die wij onderling uitwisselden als reisgenoten. Dit Syrische ‘varken’ kende Nederlands, verdraaid nog aan toe! Althans hij verstond het, daar was ik inmiddels van overtuigd. Vandaar dat wij wellicht zolang moesten wachten op dit figuur, want je mag aannemen dat ze niet een ‘blik’ Nederlands sprekende begeleiders in voorraad hebben staan voor dergelijke klusjes. Op de een of andere manier, zonder dat hij het in de gaten had, wist ik mijn medereizigers met goed gekozen woorden te doen verstaan, dat ze op moesten passen met wat ze zeiden, want dat alles tegen je gebruikt kon worden in een dergelijk land. Syrië kent bijvoorbeeld 17 (sic!) Geheime diensten en de controle is alles overheersend. Met name als men ook maar enigszins vermoedt dat je sympathie hebt voor hun aartsvijand Israël, dan heb je al geen cent ‘credit’ noch vertrouwen meer. Ondanks het feit dat ik geen Joodse ben, maar mijn verschijning doet wel bij sommigen het idee ‘postvatten’ dat ik wel eens een Israëlische zou kunnen zijn. Als ik in Israël op straat loop of ergens koffie ga drinken is er geen kelner of serveerster die ook maar enigszins vermoedt dat ik toerist ben.

 

Pas nadat ik in zeer gebrekkig Hebreeuws heb verteld dat ik van Nederland afkomstig ben, dan zullen ze verbaasd in het Engels overgaan, maar dan toch nog altijd in de veronderstelling dat ik dan toch welzeker Joodse ben. Wellicht dat dit ook de reden is geweest van deze bijzonder ongastvrije Syrische behandeling die in wezen een pure uitzetting was. Na Damascus was het toch nog een kleine 300 kilometer dwars door Syrië tot aan de Turkse grens. In de bekrompen ruimte van een auto is het voorwaar niet prettig met een dergelijk figuur opgescheept te zitten. Op mijn voorstel ergens te stoppen en wat te gaan eten en drinken werd overigens goedmoedig gereageerd en natuurlijk werd er van ons verwacht dat wij hem, onze begeleider, zouden vrijhouden. Niks geen Arabische gastvrijheid dus! Tegen een uur of elf in de avond bereikten wij de grens. Geüniformeerde lieden hoeven zich dus niet aan snelheidslimieten te houden bleek zo. Aan de Syrische zijde handelde de begeleider de afwikkeling van de papieren snel af en vroeg ons toen in haast perfect Engels om geld voor de terugreis! Door mijn vele reizen was ik al wel wat gewend, maar deze brutaliteit deed mij met open mond staan en ik voelde een vreselijke woede in mij opkomen. Hij ging haast smeken en toonde met een lege portemonnee zijn afhankelijkheid.

 

U kunt mij achteraf wellicht hard vinden maar ik vond dat deze ‘zoon der woestijn’ maar moest gaan liften en dat heb ik hem dan ook duidelijk aan zijn verstand gebracht. Nadat ik alle papieren had teruggekregen ben ik zelf weer achter het stuur gaan zitten om richting de Turkse grens te rijden. De begeleider stond daar hulpeloos ‘vloekend en tierend’ en zo lieten we hem achter en we reden zeer snel het lange stuk ‘niemandsland’ in tussen Syrië en Turkije. Pas na een kilometer of tien zag ik de grensgebouwen oprijzen in de inmiddels pikzwarte nacht en zag ik ook nog twee Turkse vlaggen wapperen. U kunt zich niet voorstellen hoe blij ik was weer voet te kunnen zetten op Turkse bodem. De expeditie was ineens met een week ingekort en we moesten snel een onderkomen vinden in Antakya, het oude en vroegere Anthiochie. Een goed hotel was snel gevonden en doodmoe en nóg boos én verontwaardigd over de Syrische behandeling gingen we al snel naar bed. Pas de andere morgen gingen we noodgedwongen de plannen herzien en werd de expeditie, annex vakantie aangepast. In Turkije hebben we nog ruim een week tot 10 dagen heerlijk langs de kust gezworven tot we weer in Europees Turkije terechtkwamen.

 

 

 

Temple of Bel

 

 

Dit dan tot zover wat deze reis aanging. Daarvoor was ik echter ook al eens in Syrië geweest en die reis ging een stuk voorspoediger en zo zal het ook wel met de meeste toeristen gaan denk ik. Syrië bezoek je niet gauw op eigen gelegenheid, maar meestal met een georganiseerde reis en toch zeker niet met een eigen auto, ook al was het in ons geval een ‘eigen’ gehuurde auto! Syrië heeft de toerist best veel te bieden en het is in velerlei opzichten een boeiend land. Door Amerika weliswaar recentelijk tot een ‘schurkenstaat’ gebombardeerd, hetgeen ik kan billijken, alhoewel de politiek van de VS mijns inziens nou ook niet bepaald vrij is van ‘boevenstreken.’

 

Meer nog dan andere Arabische landen vindt u in Syrië een grote verscheidenheid aan volkeren en religieuze groepen. Ongeveer 1/6 deel, van de 18 miljoen inwoners van Syrië, is geen Moslim, maar deze inwoners behoren bij allerlei soorten Christelijk-orthodoxe kerken. Zoals de Nestorianen en de Syrisch-orthodoxe kerk waarvan ook in Nederland enkele vestigingen zijn en zelfs een klooster is bij Glanerburg (Enschede). Ogenschijnlijk gaan de diverse religies redelijk goed met elkaar om. Althans van de Christelijke groepen heb ik wel erg uitvoerig moeten vernemen hoe goed en vriendelijk de Moslims wel niet waren voor hen. Soms waren de verhalen ietsje ‘te,’ wat het waarheidsgehalte van diezelfde verhalen dan weer deed devalueren. Juist die uitvoerige en nadrukkelijke verhalen, hebben me dan weer een beetje verontrust. De Syrische Arabier vind ik nog meer dan andersoortige Arabieren eruit springen als breedsprakig en zeer uitvoerig. Als een Syriër iets kan vertellen in veertig woorden, in plaats van tien woorden, zal hij ontegenzeggelijk het verhaal van de veertig woorden kiezen. Je wordt er soms echt dood en dood moe van. Dan komt er nog bij dat ze alles wel twee tot drie keer toe herhalen en jij als toehoorder maar vriendelijk blijven. Ik geef het je te doen! Soms ga je denken: geloven ze nou dat ik zo simpel ben dat ze zoveel malen alles herhalen, maar nee, het is hún manier van converseren. Zo gauw je ook maar ‘n politiek onderwerp te berde brengt dan weten ze niet hoe gauw ze de regerende Baathpartij alle lof moeten toezwaaien en zeker de regerende Assad-familie wordt de ‘hoge hemel’ in geprezen. Doorgaans wordt in één adem: Amerika en Israël weggezet als de grootste imperialisten en satanisten ter wereld. Verder klagen over Amerika, Israël en het westen is in het algemeen het meest favoriete gespreksonderwerp, alsmede het feit dat hun Allah spoedig de vergelding zal bewerkstelligen. Er wordt meestal wél bijgezegd dat het de westerse regeringen zijn die zij beschuldigen en niet de Europese volkeren als zodanig. Of ze dat ook zo onder elkaar plegen te zeggen betwijfel ik. Dan zijn volgens mij alle westerlingen ‘honden’ die verdelgd moeten worden.

 

Als u ooit in de gelegenheid bent, neem dan eens de gelegenheid te baat om een excursie te boeken naar de antieke woestijnstad Palmyra. Dat was ooit de hoofdstad van de legendarische Koningin Zenobia. Of bezoek eens de citadel in het noordelijk gelegen Aleppo (Haleb). Ook de vele oude kruisvaarderburchten zijn een vast onderdeel van een goede tour en heus, het zal u niet ontbreken aan het moeten aanhoren van gruwelijke, sadistische en bloedstollende verhalen die de heren kruisvaarders op hun geweten zouden hebben. Nu geloof ik dat zeker die jongens niet al te zachtzinnig met de toenmalige bewoners van die streken zijn omgegaan. Maar om na 800 tot 1.000 jaar nóg zo gedetailleerd en gruwelijk hier verslag van te doen alsof het gisteren is gepasseerd, is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk! Damascus bij avond is echt een sprookje. Lekker onderuitgezakt in een buurtcafé aan de waterpijp zitten en dan luisteren naar de verteller. Ook al kun je net als ik hem niet verstaan, alleen al het sfeertje is uniek te noemen. Voor diegenen die het verschijnsel van een waterpijp niet kennen, de waterpijp, ook genoemd de Turkse pijp of de Nargileh is in wezen een rooktoestel. Gelijk als bij een gewone pijp is hier ook een gedeelte waar men de tabak instopt. Alleen bij de waterpijp is er een reservoir wat gevuld is met water en hierdoor wordt de rook gefilterd en gekoeld alvorens het via een slangetje en een mondstuk geïnhaleerd kan worden. Het klinkt allemaal heel exotisch, toch is het slechts gewoon een vorm van pijproken.

 

 

 

Nargileh

 

 

Alleen is het een pijp die je niet zogauw met je meeneemt gezien de grootte van het apparaat. Die verteller zit meestal op een verhoging en brengt op een voor ons monotone manier zijn verhalen, die veelal beëindigd worden met een oproep om Allah te prijzen. Een bijzondere vreemde ervaring en dat in een café! Ook op de feestelijk verlichte terrasjes kunt u ’s avonds de lekkerste kebabs eten die u zich maar voor kunt stellen voor een paar honderd Syrische ponden, dus bijna voor niks! Bezoek ook de prachtige oude gebouwen, de badhuizen, de oude moskeeën en realiseer u dat u wandelt in de oudst bewoonde stad ter wereld (er is een discussie of dat nou wel Damascus is of toch Jericho). Ga beslist eens naar de Souk (bazaar) van Damascus, een niet te vergeten ervaring en koop gerust goud of ander waardevolle sieraden. U wordt heus niet belazerd, zeker niet als u uw verstand er een beetje bijhoudt. Afdingen is overigens een ‘must’ en zelfs een belediging voor de handelaar als u het niet doet. Maar ga daar ook weer niet te ver in. Zoiets moet je aanvoelen. Vraagt men bijvoorbeeld 50 euro, biedt er dan 25 en hoor dan het ongetwijfelde bizarre verhaal van de ‘bloedjes van kinderen’ aan, die gevoed moeten worden en zoveel kosten en dergelijke. Maar betaal nooit meer dan 70% van de vraagprijs anders hebben ze u bij de ‘veter!’ Dit ‘theater’ hoort er nu eenmaal bij en is een wezenlijk onderdeel van hun leven. Door redelijk laag, maar toch serieus, te bieden neemt u hen ‘ernstig’ en kan het spel beginnen. Biedt u echter maar 10% van de vraagprijs, dan staat dat echt gelijk aan een zware belediging. Bovendien wordt u dan niet meer als serieuze handelspartner gezien.

 

 

 

 

The scene of the Theatre

 

 

Rond Damascus liggen overigens een paar overwegend door Christenen bewoonde dorpen, waar men nog het authentieke Aramees spreekt. Een van het Hebreeuws afgeleide spreektaal, wat ook de spreektaal van de Joden was ten tijde van Jezus Christus. Syrië is voornamelijk Islamitisch, zij het Soennitisch, toch is een belangrijk deel Alewitisch. De Alewieten zijn een zeer ruimdenkende ‘tak van de Islam.’ Maar ook zeer beslist in hun houding ten aanzien van bijvoorbeeld Israël. De presidentsfamilie van Assad behoort ook tot die groepering en ook zij zijn ronduit fel anti-Israël. Alewieten zijn een afscheiding (een sekte) van de verder vrij strenge en orthodoxe Sjiieten. Normaal gesproken zijn afgescheiden sektes/groepen strenger dan de groep waarvan ze oorspronkelijk afkomstig zijn. Bij de Alewieten echter vindt men de uitzondering op de regel.

 

De Alewieten zijn erg liberaal en je zult ze zelden of nooit in een moskee aantreffen in tegenstelling tot de Soennieten en uiteraard ook de Sjiieten. In het zuiden tegen de Israëlische grens aan wonen er in Syrië dan ook nog eens veel Druzen. Ook zij behoren tot een sekte van de Islam, maar deze sekte gaat terug op hun vermeende leider die zij in het bijzonder hoogachten, zijnde Jethro, de schoonvader van Mozes. De sekte is overigens pas ontstaan in de 12e eeuw in Egypte. Het is de enige groep binnen de ‘familie’ van de Islam die geen problemen hebben met de existentie van de staat Israël. Dan wordt Syrië ook nog bevolkt door minderheden zoals Armeniërs, die weer Christen zijn en ook hun eigen kerkgenootschap hebben. Daarnaast zijn er nog de Turkmenen en niet te vergeten de Koerden in het noorden en noordoosten van het land. Deze laatste twee behoren weer tot de Soennitische groepering binnen de Islam.

 

 

 

Panorama Palmyra

 

 

Echt rijk is Syrië niet, het goed ontwikkelde spoorwegnet is gebouwd met indertijd Oost-Duitse kennis en er rijden dan ook oude DDR-treinen, maar ook treinen met Italiaanse wagons. Bij diverse benzinepompen ziet u soms in het Nederlands staan dat: ‘het kijkglas’ vol moet zijn, dus die pompen hebben ooit dienst gedaan bij ons, voor ze bij ons werden vervangen door modernere exemplaren. Zo ziet u dingen uit allerlei landen die hier nog een tweede of wellicht een derde leven beschoren zijn. Wat u wellicht verbaasd zal doen staan is het feit dat de inflatie weinig aan de nationale munteenheid van het Syrische pond lijkt te knagen. Ondanks een toch zwakke economie is deze munt vrij standvastig, maar niet vrij inwisselbaar. Er zaten een groot aantal jaren tussen mijn eerste en mijn tweede bezoek en ondanks dat ik amper de kans kreeg tijdens het tweede bezoek goed te kunnen ‘snuffelen,’ waren de prijzen niet noemenswaardig gestegen. Let wel, u bent in een Arabisch land en helaas het moet gezegd worden: “corruptie is dé nationale volkssport,” direct gevolgd door “bureaucratie en voetbal!” Ik geloof vast in die volgorde. Let ook op met het geven van geld aan bedelaars en met name aan jongeren. Ze lopen langer achter u aan als dat u het kan volhouden. Ja, tot de deur van uw hotel. Volgens de officiële cijfers zijn er negen auto’s op elke 1000 Syriërs. Hoe men aan die cijfers komt weet ik niet. Als je in Homs, Aleppo of Damascus rondloopt, bekruip je haast het gevoel dat die cijfers juist andersom gelezen moeten worden. Wellicht zijn de illegaal geïmporteerde auto’s niet in de officiële statistieken verwerkt en dan is dat probleem ook weer verklaard. Kortom Syrië, dat is een ervaring en echt totaal anders dan drie weken aan de ‘Costa de Huppelepup’ in de zon liggen bakken.

 

 

Silvia Videler.

 

Oktober 2006

 

Home