Pakistan

 

 

Er zijn van die landen, als je daar ooit eens geweest bent, dat je er zeker naar terug verlangt. Dat kan zijn om de aardige sympathieke bevolking, de overweldigende natuur, het lekkere eten of de sfeer. Afgezien van de schitterende natuur met name in het noorden van Pakistan, wat ik overigens niet gezien heb, komen deze aspecten bij mij geen van allen aan bod als ik terugdenk aan Pakistan.

 

 

 

Noman Janjua

 

 

Wat wel terugkomt in mijn gedachten zijn de volgende begrippen: Enorme mensenmassa’s, erg veel vuiligheid, stank, lawaai, getoeter, discriminatie en spugen. Alsmede veel vliegen, heel veel vliegen en nog eens vliegen, uitwerpselen, opdringerigheid en onveiligheid. Alvorens ik u deelgenoot ga maken van deze ‘optelsom’ van narigheden zal ik u toch eerst een paar algemene feiten en wetenswaardigheden geven over het land:

 

Pakistan is een onafhankelijke Islamitische republiek, vroeger behorende tot het grote Brits-Indische rijk waar onder andere ook India, Sri Lanka (het voormalige Ceylon), Bangladesh en Myanmar voorheen: Birma, alsmede de Himalaya-staten: Nepal, Bhutan en Sikkum deel van uitmaakten. Na de onafhankelijkheid (1947) splitste Pakistan zich af van India en wel om redenen dat Pakistan overwegend Islamitisch was en India hindoeïstisch. Aanvankelijk was Pakistan onderverdeeld in het huidige Pakistan en het zogenaamde Oost-Pakistan (ook voornamelijk Islamitisch) maar dat is dan weer in 1971 doorgegaan als de onafhankelijke republiek Bangladesh. Het huidige Pakistan is ook weer een ‘lappendeken’ van diverse volkeren maar die toch een eenheid hebben in de allesoverheersende Islam, 97% van de bevolking! Meer dan de helft van Pakistan wordt bevolkt door Pandschabi. 15% bestaat uit Pathanen, evenzoveel Sindhi en dan nog ruim 7% Mohajiren + een groot aantal stammen met soms maar duizenden tot honderdduizenden leden. Vooral het zuiden van Pakistan is zeer vruchtbaar. Het noorden behoort tot het machtige Himalayagebergte met toppen tot boven de 8.000 meter! Ook qua talen is Pakistan geen ‘eenheidsworst.’ Engels is de voertaal, althans bij de kleine boven- ofwel toplaag. De kennis van het Engels is slecht tot matig te noemen. De andere voornaamste talen zijn het: Sindhi, Urdu en Rajasthani.

 

 

 

Mohatta Palace – Karachi

 

 

In het nog geen zestig jarig bestaan van deze Islamitische republiek is men al meerdere malen van hoofdstad veranderd. Oorspronkelijk was het Karachi. Maar ook Rawalpindi en Lahore hebben de ‘eer’ gehad hoofdstad te zijn geweest van dit land. Nu is het Islamabad in het hoge noorden, dicht tegen de Indiasche grens aan bij het omstreden Kasjmir. Heden heeft Pakistan een ruime 150 miljoen inwoners. De voormalige hoofdstad Karachi, wat nog steeds het commerciële, administratieve en economische centrum van  het land is, telt een ruime 10 miljoen inwoners. Aan het begin van de vorige eeuw was het overigens een keurige stad met goede voorzieningen onder Engels bestuur met ruim 100.000 inwoners. Kleiner als Breda of Groningen! (dus een verhonderdvoudiging!). In nog geen eeuw tijd! Wat gaat dit worden in de komende jaren? Karachi is tevens de hoofdplaats van de grote landstreek Sindh, dat ongeveer een kwart van de totale oppervlakte van Pakistan beslaat.

 

Het centrum van Karachi heeft nog tal van oude en stijlvolle Victoriaanse gebouwen alsmede de nodige wolkenkrabbers. Hoewel het aan zee ligt kent het geen strandcultuur vanwege de ‘heersende’ Islam. Graag maak ik u deelgenoot van mijn ervaringen door deze provincie met als voornaamste plaatsen: het reeds genoemde Karachi en ook de zeer grote stad Hyderabad. De Pakistaanse steden kenmerken zich door een enorme massa mensen op straat, overigens net als in India. Alleen hier doet het straatbeeld vermoeden dat vrouwen sterk in de minderheid zijn. Vrouwen die duidelijk in de praktijk tweederangs of nog lagere burgers zijn, zitten voornamelijk thuis en mogen maar beperkt gebruik maken van het openbare leven. Het straatbeeld van de steden die ik gezien heb, typeren zich het beste met de volgende woorden: uitlaatgassen, tuk-tuks, zwart-gele taxi’s, karren in alle soorten en maten, paarden, kamelen en ezels en af en toe een loslopende koe, overigens stukken minder dan in India (in India is diezelfde koe heilig!). Dat er niet meer ongelukken gebeuren op straat ligt doodsimpel aan het feit dat door de veelheid en drukte van het verkeer de gemiddelde snelheid zeer laag is. Maar verkeersregels, die er overigens wel zijn, worden massaal overtreden.

 

 

 

Empress Market, Saddar – Karachi

 

 

Een bijzondere nare ervaring was een bezoek met enkele mensen aan een restaurant. Wat bleek? Er zijn in de meeste restaurants afdelingen voor mannen, de beste plaatsen, bij het raam bijvoorbeeld en er is een familieafdeling waar ook vrouwen toegang tot hebben. Dat deze afdelingen aan het gezicht onttrokken zijn, zal u niet meer verbazen. Als je met een groepje van 4 personen, waaronder 2 mannen, bent dan zullen de ‘Paki’s’ je als vrouw compleet negeren en uitsluitend converseren met de mannen in je gezelschap. Zelfs een hand geven aan vrouwen is een zeldzaamheid. Begeef je je echter toch als vrouw alleen of samen op straat dan word je alom lastig gevallen en toegeroepen of er wordt naar je gesist. In drukke massa’s en daarin verzeil je al gauw, word je ook gemakkelijk en zonder gene in de billen geknepen. Loopt een man naast je, ook een westerse, dan zijn de opmerkingen niet van de lucht zoals: “is she a good wife?,” of: “is she obedient to you?” (gehoorzaam). De gewone bevolking ofwel het straatvolk (90%) roept je constant aan met “hello” of “hé mister.” Zoals bijna alle Arabische en ook andere Oosterse (Islamitische) volkeren, kennen ze schijnbaar de vrouwelijke vorm van de Engelse taal niet, of willen die niet kennen.

 

 

 

Clifton Beach Seafront – Karachi

 

 

Het rondkijken in de bazaars, die allen met zeilen en doeken zijn afgeschermd tegen het ‘moordende’ zonlicht, is een ware nachtmerrie ‘uit de kwellingen van 1001 en een nacht.’ Neen, zeker geen ‘sprookje uit 1001 en een nacht!’ Constant schooien en mismaakte mensen die je aandacht eisen op een manier die ‘tien’ keer erger is als gewone toeristen ervaren in Turkije of op de stranden van Tunesië, Marokko of Gambia. Het meest ergerlijke is nog en dat niet zozeer in Karachi, maar in de steden daarbuiten: het je constant aanstaren door soms hele groepen tegelijk. Ronduit beangstigend kan dat soms zijn. Het je bekijken van letterlijk van top tot teen en dan met je meelopen. De trottoirs zijn dikwijls tevens een openbaar toilet en stinken alom. Uitwerpselen zie je dan ook overal liggen en niet alleen die van de zwerfhonden of andere dieren. De meer doorgaande wegen tussen dorpjes en plaatsen in, zijn in wezen open riolen en het stinkt dan ook bijna overal. De bevolking is er schijnbaar aan gewend. In de enkele residentiële wijken van Karachi vind je deze toestanden echter niet. Maar naar verhouding met de rest van de stad beslaan die wijken nog geen 5% van het stadsoppervlak.

 

 

 

Necropolis Baluchich

 

 

Met name in Hyderabad kun je net zoals overal elders trouwens je naar hartelust en voor heel weinig geld vol eten aan de duizenden eetstalletjes, maar aan te raden is dit geenszins. Kijk maar eens hoe ze het klaarmaken. Ik kan toch redelijk wel vlees herkennen bij een slager. Het verschil tussen kip, rund of varken (dit laatste al geenszins in Pakistan) is mij best duidelijk. Maar daar krijg je er absoluut geen hoogte van. Of je moet net het ‘geluk’ hebben de stoffelijke resten te zien liggen van een dier, naast de kookpotten en juist in de plas bloed staan die er nog uitlekt. Het begrip hygiëne is hier volslagen onbekend. Een voorbeeldje: vanuit het grote station in Karachi hebben we de trein genomen naar Hyderabad. De moeite en bureaucratie die het kostte om überhaupt treinkaartjes te bekomen zal ik u besparen. Maar als je geluk hebt en je hebt je betaalde en gereserveerde zitplaats weten te bemachtigen, dan denk je comfortabel te kunnen reizen gezien de gekozen klasse. Dan zie je mannen (vrouwen zie je amper) voluit aan hun tenen friemelen en het smeer er tussenuit halen. Schoenen worden haast niet gedragen, het zijn allemaal slippers of sandalen. Maar met die vieze vingers, van het tenenvet, worden dan rustig weer de maaltijden genoten en of in de alom aanwezige ‘snotneuzen’ gedraaid en … het spugen en fluimen opgeven gaat ook in de treinen rustig door. Een beeld wat je alom op straat tegenkomt. De lust tot eten vergaat je hier volkomen. Of je moet naar de enkele dure en Engels aandoende internationale hotels gaan. Maar ook daar zie je menige kelner zich gedragen als … ach, laat ik er maar over ophouden.

 

 

 

Tuk Tuk in Pakistan

 

 

De meeste Pakistaanse steden zijn qua verkoop, zoals de bazaars en stalletjes, onderverdeeld in wijken. Hetzij tapijten, hetzij sieraden of ketellappers. Ieder vak zijn eigen wijk! Zo is er ook een wapenwijk. Hier worden met simpele attributen levensgevaarlijke pistolen en andere wapens gefabriceerd. Vrij te koop, echter niet officieel uit te voeren. Maar elke man mag natuurlijk een wapen dragen en dat draagt ook bij aan zijn mannelijkheid, die hij o zo graag wilt tonen en demonstreren. Heel typerend is de kleding die grotendeels door de mannen wordt gedragen. Het heet een Shalwar Quamiz met een zeer laaghangend kruis in de broek. De ontelbare malen dat ik mannen ‘ongegeneerd’ aan hun ‘geval’ heb zien zitten friemelen door de wijde broek heen, is legio. Ook in de tuk-tuk, achter hun stalletje, in de trein en gewoon op straat lopend. Het is werkelijk een algemeen beeld.

 

Denk nou niet dat je eens lekker op een terras je kunt gaan verpozen en ‘mensjes’ kunt gaan bekijken of een boek kunt gaan lezen. Een plattegrond bekijken is al helemaal levensgevaarlijk. Voor je het weet heb je twintig zich aanbiedende gidsen rond je heen en let dan nog maar eens op je spullen! Maar als je ook maar een minuut gezeten bent op je stoel, komen ze als vliegen op je af. “What’s your name?, How are you?, Are you alone?, Where you’re from?” Je wordt absoluut niet alleen gelaten, noch met rust gelaten. In deze complete chaos van vliegen en uitwerpselen en ziektes is het opmerkelijk dat de moskeeën dikwijls van een opmerkelijke architectonische schoonheid zijn. Dit zijn zo ongeveer samen met de bankgebouwen en regeringsgebouwen de enige bouwwerken die goed en redelijk onderhouden zijn en zelfs schoon te noemen zijn, althans naar onze standaard.

 

 

 

Indus nabij Skardu

 

 

Nog een laatste woord over het eten, dat is meestal net zo heet (pittig) als de prijzen laag zijn. Alhoewel ik me dikwijls niet aan de stellige indruk kon onttrekken dat mijn westers voorkomen de prijzen van het aangeboden voedsel schrikbarend deed stijgen, als het ook maar enigszins leek dat het mijn belangstelling genoot. Alcohol is niet ‘zomaar’ te verkrijgen, dat is tegen de Islamitische wetgeving. Echter voor buitenlanders is er een ‘ontsnappingsclausule.’ Buitenlanders die er (moeten) wonen kunnen een drankvergunning kopen en dan drank halen in speciale staatswinkels. Maar er wordt ook ruimschoots, met name voor westerlingen, illegaal drank aangeboden op straat. Dat dit om velerlei reden af te raden is zal u niet meer verbazen na dit alles gelezen te hebben. Wellicht zult u zich afvragen, is er dan niets positiefs te melden over dit land? Jazeker, het noorden schijnt van een sprookjesachtige schoonheid te zijn. Qua natuur wel te verstaan. Helaas ben ik nimmer bij machte geweest het noordelijke gedeelte van Pakistan te bezoeken. Het enige wat een beetje indruk op me heeft gemaakt is de bij de kust in zee uitmondende rivier de Indus. Bij het stadje Totta en in Hyderabad heb ik deze grote en zeer brede rivier kunnen zien. Maar alleen al de gedachte aan wat daar allemaal in drijft én de plaatselijke zeden doen je in ieder geval niet besluiten tot een frisse duik.

 

 

Silvia Videler.

 

Oktober 2006

 

Home