Letland,
nader belicht
Vrijheidsmonument
Riga
Letland, het middelste land(je) van de
drie Baltische staten heeft Riga als hoofdstad. Riga is dubbel en dwars een
bezoekje waard en langs de andere kant is ook dit land weer geen bestemming
voor de ‘uitgaanders’ of toeristen, die je doorgaans aan de costa’s en op
velerlei campings tegenkomt. Letland is een ideaal ‘stekkie’ voor hen die
alleen willen zijn of een contemplatieve vakantie willen ondergaan en ook
weinig luxe verwachten. Daarnaast is Letland is vooral een puur en puur
Calvinistisch land, stil, ingetogen en sober. Alhoewel de oude orthodoxe
kathedraal van Riga, die vroeger als planetarium gebruikt werd onder het
voormalige Sovjet-bewind, nu weer hersteld is. De kerk staat er nu bij in zijn
volle glorie. Toch doet ook dit land wat vreemd aan. Slechts 57% van de
bevolking is echt Lets, de rest zijn Russen, Wit-Russen, Oekraïners, Polen
enzovoorts. Over vreemdelingenproblemen gesproken! Werd gedurende de
communistische tijd in Letland de autochtone bevolking verplicht
gerussificeerd, zoals dat heette, dat gebeurde trouwens ook in Estland en
Litouwen, nu zie je min of meer het omgekeerde. In zowel Letland als in de
andere twee Baltische staten is de eigen taal, in dit geval het Lets, als enige
taal officieel erkend. Alle ambtelijke stukken zijn uitsluitend in de landstaal
te verkrijgen en zelfs de scholen weigeren nog in het Russisch les te geven
(behoudens eventueel Russische taalcursussen natuurlijk). Sinds dit land in
1991 zijn onafhankelijkheid verkreeg maakt het een economische sprong van jaar
op jaar. Mede door de steeds toenemende buitenlandse investeerders.
Huis
van de “Zwartkoppen” (Riga)
De hoofdstad Riga, vroeger moeilijk,
zeer moeilijk te bezoeken vanwege de haven en alle zogenaamde maritieme
geheimen, ontvangt de bezoeker nu graag en laat met zekere trots de vele oude
militaire burchten zien, die uit een lang vervlogen verleden stammen. Echter
eenmaal buiten de grote stad en de grote betonnen woonkazernes achtergelaten
hebbend, dan ervaar je weer een sprong in de tijd van pak ‘m beet een jaar of
vijftig. Geen flanerende en modieus geklede dames meer, die onder andere op de
vele terrasjes van Riga nog te zien waren. Neen, hier zijn de sjofele windjacks
en de flodderbroeken, alsmede de hoofddoekjes bij de wat oudere vrouwen,
schering en inslag. Tevergeefs zoek je er naar flitsende Mercedessen of andere
westerse bolides. Hier overheerst het hoekige voormalige Russische blik met
grote vette en ongezonde walmen uit de knalpot, c.q. uitlaat, of wat er voor
doorgaat. Het platteland verschilt in weinig van het Russische platteland of
die van de andere Baltische staten, zij het dat de kerken hier anders zijn.
Weinig tot geen uivormige torens die zo typerend zijn voor dit deel van Europa.
De kerken hier zijn protestants ‘tot op het bot.’ Kale muren, geen
beschilderingen, zeker geen beelden. Alleen de preekstoelen mogen zich
verheugen in enige decoratie. Het ‘woord’ staat immers hier centraal én de
strenge blik van mijnheer Calvijn. Ook de oude Duitstalige opschriften doen
eerder aan het westen denken dan aan de grote naastgelegen reus Rusland. Was
het al een ‘crime’ om toestemming te krijgen Riga te bezoeken in vroeger dagen,
de andere havenstad Ventspils was al
helemaal een onbegonnen zaak om die te bezoeken.
In de communistische tijd werd zelfs
officieel afgeraden deze stad te bezoeken, vanwege de giftige lucht van de
petrochemische industrie. Nou was de leugen al opgewaardeerd tot gemeengoed in
die dagen. Maar een stad bestempelen als giftig was toch echt een uitzondering
in het grote scala van leugens en listen, zó groot zelfs, dat juist deze leugen
wél werd geslikt. Juist daarom werd die stad dan ook gemeden mede door de eigen
Letse bevolking. Zozeer geloofde men de officiële lezing en dat was nu juist de
bedoeling. De haven werd zeer intensief gebruikt maar helaas niet als
jachthaven. Met name de Zweden hielden deze haven goed in de gaten, want van
hieruit vertrokken onderzeeboten die speciaal de missie hadden de Zweedse
wateren goed in de gaten te houden. Inmiddels is Ventspils omgetoverd tot een
fris aandoende badplaats, waar overigens nog steeds meer dan de helft van de
bevolking Russisch is en dus beslist niet Lets. De namen van de straten zijn
dan ook nog tweetalig, alhoewel dat in Riga deels ook nog zo is.
Houten
woning in Riga
Half Letland was indertijd uitgeroepen
tot officieel natuurgebied en werd dan ook als zodanig beschermd. De
werkelijkheid lag iets gecompliceerder. Het was een ‘dekmantel’ voor tal van
geheime Russische militaire bases. Op diverse plaatsen stonden ook hier
raketinstallaties. Met name rond Gauja. Westerlingen kunnen nu vrij, net als
elke Let deze voormalige bases bezoeken. De slogans en propagandaborden met
onzinnige politieke leuzen zijn er nog te bekijken. Ook de in- en intrieste
behuizing van het voormalige Rode Leger in oude barakken en kazernes, die eruit
zien alsof men die honderd jaar geleden verlaten heeft, doet mensen begrijpen
dat het systeem zichzelf heeft laten imploderen. Langs de andere kant moet je
beseffen, dat dit gebied het meest westelijke gedeelte was van de voormalige
Sovjet-Unie en hemelsbreed was de afstand tot de grote steden van West-Europa,
soms maar een paar honderd kilometer tot een duizendtal kilometers toe. Hetgeen
voor sommige rakettypes hooguit een middellange afstand was.
Ook ten tijde dat alles nog actief en
revolutionair bleek, was het verschil, op het eerste gezicht, althans met nú
niet zo heel erg groot. Alleen de grote megafoons of luidsprekers zwijgen nu,
waar ze vroeger de manschappen met opzwepende marsmuziek het communistische
ideaal probeerden in te prenten. Veel roestiger dan toen kunnen ze niet meer
worden. Het wachten is nu nog dat ze vanzelf naar beneden vallen en de rest ook
spontaan instort. De lanceerinstallaties zijn allemaal ontmanteld, doch veel
van die rotzooi is helaas niet aangekomen in Rusland. Waar het wel is daar
hebben de Letten ook geen weet van naar hun zeggen. Raar moeten we dan ook niet
opkijken als er ooit een of andere para-militaire en fanatieke groep plots de
beschikking blijkt te hebben over atoomwapens. Het spul is dan wel over ‘de
datum’ maar nog immer levensgevaarlijk.
Ventspils
(1)
Helaas is de toegankelijkheid tot de
Let vrij moeilijk. Dat ligt aan de geschiedenis. Van buitenlanders hebben ze
trouwens nooit veel moeten hebben, ze hebben er dan ook alleen maar ellende van
gehad. Met name van de Duitsers, Zweden, Polen en de Russen in het bijzonder! Niet
dat de gemiddelde Let nou zoveel verschilt van een West-Europeaan. Eigenlijk
helemaal niet, maar hij, de Let zelf, ziet het verschil ‘á la minute.’ Ook al
bent u slechts gekleed in een sportieve jeans en t-shirt, dan valt ú namelijk
op als zijnde zeer modieus gekleed, dus westers. Dan bent u dús: of een ‘mof’
of een zichzelf schandalig verrijkte Rus. Zelfs het naar de weg vragen is niet
altijd een pretje en dat is toch best vaak nodig. Want die bewegwijzering is
(nog steeds) hopeloos en goede kaarten, tja, misschien over een jaar of tien? Overigens
de doorgaande wegen, tussen de grotere plaatsen, zijn prima te vinden op de
kaarten. U komt echter ook dorpjes tegen die u met de beste wil van de wereld
op geen enkele kaart zult kunnen vinden. Maar dat was in vroegere Sovjetdagen
geenszins een uitzondering. Zelfs hele grote steden in Rusland werden simpelweg
niet vermeld op een kaart. In sommige gevallen werd het bestaan van een
dergelijke stad zelfs officieel ontkend. Die soort steden hadden dan ook alleen
maar een geheim nummer en geen naam.
Ventspils
(2)
Zij die deze landen als kampeerders
willen bezoeken zitten trouwens goed. Kamperen, zeker aan de oevers van de vele
riviertjes is vrij, hetgeen in de zomermaanden een schitterend beeld oplevert
als de duisternis is gevallen. Overal ziet men vuurtjes oplaaien, want de Letten
zelf vinden deze vorm van ontspanning dan ook perfect. Het kost namelijk geheel
niets. De officiële campings zijn echter van een bijna Spartaans niveau en
hebben vooralsnog weinig faciliteiten te bieden. Dus waarom betalen voor bijna
niets als je helemaal niets voor echt niets krijgt. Dat is Letse logica!
Helaas, ondanks bijna 15 jaren vrijheid en kapitalisme zijn de boeren in
Letland nog best arm te noemen en werken nog met gereedschappen, die je hier
nog weleens ziet hangen als decoratie in een plattelandskroeg. De oude
bureaucraten (partijleden) daarentegen zijn nu ineens bekeerd en plotsklaps
overgegaan tot het kapitalisme, maar houden nog graag vast aan hun privileges
en contacten. Ik vrees dat deze attitude nog meer dan een generatie nodig heeft
alvorens dit ingeworteld kwaad is verdwenen.
Silvia
Videler.
December
2006