1. Een reisverslag over Tanzania

 

 

Hallo Silvia,

 

Ik heb je laatste reisverslag over Tanzania gelezen en je email-adres gekregen via Kees Wittenbols. In het Tanzania-verslag viel me op dat je in Morogoro was geweest, helemaal geen toeristenstad. Maar goed, je was dus op zoek naar die pater.

 

 

 

“Amani Center”

 

 

Toevallig ben ik ook in Morogoro geweest. Mijn dochter heeft daar een jaar als ontwikkelingswerkster gewerkt en wij hebben haar daar in 2002 opgezocht. Zij werkte dat jaar bij het Amani Centre, een instituut voor geestelijk gehandicapten. Dit centrum is opgezet door Josephine Bahkita, die zelf nadat ze een gehandicapte zoon had gebaard werd verstoten door haar man. Een gebruik in Afrika, gehandicapte kinderen die worden gebaard door de vrouw, krijgt de schuld daarvan. Mamma Bahkita heeft er veel gedaan, om de levensomstandigheden van deze verstotenen te verbeteren en de gehandicapte kinderen zo goed en kwaad als mogelijk, met vaak primitieve middelen te ontwikkelen. Ze is daarbij wel grotendeels afhankelijk van steun en hulp uit het westen. Ook de katholieke kerk geeft haar steun.

 

 

 

“Charity Walk” (1)

 

 

Wij hebben een week in Morogoro gelogeerd in de Rosegarden. In tegenstelling tot jouw bevindingen, vond ik het toch wel een armoedige stad. In het centrum enige geplaveide straten, maar hoe verder van het centrum af, hoe armoediger het werd. De buitenste wijken waren ronduit sloppen. Ook ik had een leuke ontmoeting in Morogoro. Ik stond op de brug, waar de melaatsen altijd zaten te bedelen en vroeg mijn dochter hoe deze rivier heette. Die heet ook Morogoro, antwoordde iemand naast mij en het duurde even voor het tot mij doordrong, dat ik midden in Afrika in het Nederlands antwoord kreeg.

 

 

 

 

“Charity Walk” (2)

 

 

Het was een wat oudere blanke man met een baard. Natuurlijk moest ik weten hoe hij hier terecht was gekomen. Het bleek het een oud-missionaris te zijn, hij kwam ook uit Brabant. Hij was als pater van de H. Geest uitgezonden, maar vond dat hij in Afrika aan zijn lot werd over gelaten en is er toen ‘uitgestapt’ en met een Tanzaniaanse getrouwd, met wie hij later 7 kinderen kreeg. Hij had een eigen boerenbedrijfje, dat een beetje een voorbeeldfunctie vervulde in de regio en vond dat hij op deze manier ook heel goed missioneringwerk verrichtte. Inmiddels was hij tot Tanzaniaan genaturaliseerd. De nadelen daarvan bleken even later, toen we samen bij de bank stonden. In de entreehal van de bank moest je je melden bij iemand aan het loket en vertellen wat je kwam doen en die bepaalde of je verder mocht en deed dan de ‘echte’ deur open. Onze ex-pater moest als Tanzaniaan aansluiten bij de lange rij zwarten. Voor mij als blanke vreemdeling ‘zwaaide’ een extra loket open en ik werd onmiddellijk geholpen om mijn travellercheques te verzilveren. Over discriminatie gesproken!

 

 

 

 

Kokostouw-weefster en verkoopster van fruit – Zanzibar

 

 

Het verzilveren van travellercheques gaf wel meer grappige momenten. In Stonetown werd ik naar boven ‘gedirigeerd’ en werd in een deftige kamer door een heel chique meneer in donker pak aan een groot bureau geholpen, alsof het een miljoenentransactie betrof. In Dar es Salaam vroeg ik om uitbetaling in Amerikaanse Dollars, omdat iedereen van mij als blanke, betaling in Dollars verwachtte. Die waren meer in ‘trek’ dan de Tanzaniaanse shillings. Maar dat kon dus niet. De shillings onmiddellijk omwisselen in dollars kon wel, maar erg onvoordelig zei de bankbediende. Dat kon ik beter doen bij de wisselkantoortjes op straat van de Chinezen en Indiërs, dan kreeg ik veel meer dollars. Ik had er zelf niet binnen durven stappen, bij die onguur uitziende wisselkantoortjes, maar nu de bank het advies gaf werd het anders. Het was trouwens wel een eerlijk advies.

 

 

 

Masaï-krijgers

 

 

Een voordeel in Morogoro, buiten de eigenlijke toeristische gebieden, was dat ik er ongestoord kon fotograferen, ook in de sloppen. Dat was in de toeristengebieden wel even anders. Daar stonden ze al om dollars te ‘brullen’ als je je camera nog maar uit de tas pakte. Er waren zelfs lieden die geld wilden beuren als je gebouwen wilde fotograferen. Vooral in Stonetown op Zanzibar was fotograferen een ramp en het was zo fotogeniek! Vanuit Morogoro hebben we ook het Mikuma-park bezocht, met een daguitstapje voor de kinderen naar het Amani Centre, bekostigd door de landbouwuniversiteit van Morogoro. De ouders van de kinderen gingen ook mee en dat was heel grappig, zo'n dagtripje met enkel Afrikaanse families. Alleen werden we bij de ingang van het Mikuma-park uit het gezelschap gehaald. Blanken moesten meer entree betalen en men dacht dat we stiekem met het gezelschap mee naar binnen wilden glippen, om de hogere toegangsprijs te ontlopen. Mamma Bahkita hield een ‘scheldtirade’ tegen de portiers en dat we haar gasten waren. Maar om problemen te voorkomen hebben we de 15 dollar toch maar betaald. De Tanzanianen mochten voor een paar shilling naar binnen. Helemaal onterecht vind ik dit verschil trouwens niet.

 

 

 

 

Kinderen in een Masaï-dorp

 

 

Mijn dochter had tijdens ons bezoek 4 weken vrijaf genomen. Hoewel ik er wel wat schrik voor had om ongeorganiseerd te reizen, gaf ze ons het advies gewoon een ticket te kopen voor Dar es Salaam en dan 4 weken op ‘eigen houtje’ rond te trekken. Ze wist inmiddels immers de weg in Tanzania. Het was werkelijk schitterend. Door haar contacten hebben we bijvoorbeeld in Morogoro gewoon bij haar Afrikaanse collega’s thuis gegeten, in zo'n krottenwoning, met het bordje op schoot en gewoon met de handen eten! We zijn ook op Zanzibar geweest, 3 dagen in Stonetown. Wat een ‘smeltkroes’ aan culturen! Maar je waant je er meer in Arabië dan in Afrika en ook nog 3 dagen aan de oostkust Paja Beach, aan de Indische oceaan in een primitief resort. Nadeel van deze vrije manier van reizen was dat je veel tijd kwijt was aan verplaatsingen. Van Stonetown naar Arusha duurde 2 dagen, als enige blanken in een bus met enkel alleen maar ‘zwarten.’ Van Arusha naar Morogoro ook 2 dagen. De dag er tussenin overnachtten we steeds in Dar as Salaam, in het Youthhostel! Dat was volgens mijn ‘prijsbewuste’ dochter het goedkoopst, maar voor ons wel een aparte ervaring om 40 jaar na je jeugd weer eens in een ‘jeugdherberg’ te verblijven. Maar we kwamen er schitterende figuren tegen, de globetrotters, die zonder een cent op zak liftend op weg waren van Caïro naar Kaapstad.

 

 

 

 

Masaï-jongens na hun ceremoniële besnijdenis

 

 

Ik weet niet of je ook in Arusha bent gweest? Die stad maakte op mij een beetje grimmige indruk, terwijl die plaats toch wel ligt in de toeristische streek aan de voet van de Kilimanjaro en dicht bij de grote wildparken, zoals Serengeti. In Arusha kregen wij het advies om na zonsondergang niet de straat op te gaan en er stond een gewapende wacht voor ons hotel. Vanuit Arusha hebben we een safari gedaan naar 2 wildparken (ik ben de namen even kwijt, maar helaas niet naar de Serengeti, omdat mijn dochter daar al keer was geweest) en hebben er een Masaï-dorp bezocht.

 

 

 

 

Mariëlle Frijters en haar buurkinderen in Morogoro

 

 

‘Maffe’ dingen heb ik meegemaakt. Tijdens ons uitstapje naar Mikumi deden we onderweg en horecagelegenheid aan. Eigenlijk alleen om te plassen, want de meeste meereizende ouders, hadden geen geld voor een consumptie, dus gaf ik maar een rondje. Een vader bestelde een zogenaamde Konjaki, een Afrikaanse jenever. Hij kreeg een glaasje en de volle fles werd er naast gezet. Na het consumeren van zijn glas, deed hij de dop op de fles en stak die in zijn binnenzak. De hele fles stond op de afrekening. In Stonetown was ik er getuige van hoe een jongensschool langs de kade uitging. Aan de leeftijd te zien was het een school voor voortgezet onderwijs. Maar het grappige was dat de jongens al juichend gelijk naar de kade renden, hun schooltassen opzij smeten en zo gewoon in hun schooluniform massaal in het water sprongen. Nadat ze uitgedold waren pakten ze hun tassen weer en verdwenen in nog nadruppelende kleding in de stegen van Stonetown.

 

 

 

Verkoop van versgebakken Samoa’s aan schoolkinderen

 

 

In het jaar na ons bezoek is mamma Bahkita in Europa geweest. Ze ging langs haar geldschieters in Noorwegen, Engeland en ook in Nederland. Ze was hier ook om nieuwe fondsen aan te boren. Ze is een week bij ons geweest en wij hebben haar meegenomen naar het festival Mundial in Tilburg. Dat bleek een ‘schot in de roos.’ Niet alleen omdat er een Tanzaniaanse markt was nagebouwd, maar Mamma Bahkita wist werkelijk naderhand waardevolle contacten te leggen met Cordaid en het Julianafonds. Die haar later financieel en materiaal gesteund hebben. Toevallig was in dat weekend ook de H. Bloedprocessie in Hoogstraten. Hoewel Mamma Bahkita officieel niet in België mocht komen met haar visum, hebben we haar toch meegenomen. Ze vond het schitterend, want ze is ‘superkatholiek.’ Ook de Mariatuin in Meersel Dreef vond ze prachtig. Mijn dochter heeft die week enige bezoeken geregeld aan de Blauwe Kamer en een of andere zorgboerderij.

 

 

Met vriendelijke groeten,

Ton Frijters.

 

Oktober 2006

 

 

Ga naar:

Het schooltje van Azizi, deel 1

Het schooltje van Azizi, deel 2

 

 

Lees ook: Tanzanianen zijn zó boeiend

 

 

Home